Resultaten beschouwing

Het vernieuwde Hofplein is voor wat betreft verkeersveiligheid wezenlijk anders dan de huidige situatie. De functie van de weg verandert en dat geldt ook voor de voorrangssituatie. In de huidige situatie zijn alle conflictpunten met verkeerslichten geregeld. In het nieuwe ontwerp zijn geen verkeerslichten voorzien en worden alle conflicten geregeld door middel van de geldende voorrangsregels. Zo krijgen fietsers door middel van bebording en haaientanden voorrang ten opzichte van het gemotoriseerde verkeer. Zebra’s zetten voetgangers in de voorrang. Conform artikel 15a van de RVV krijgen trams voorrang op alle overige weggebruikers. Een tramwaarschuwingslicht (TWL) geldt als extra attentie. Voor alle conflictpunten met de tram zijn daarom TWL’s voorzien om de tram voorrang c.q. prioriteit te kunnen geven.

In algemene zin zijn de volgende bevindingen gedaan:

  • Het aantal (potentiële) conflictpunten is in alle varianten hoog en dat kan leiden tot onveilig verkeersgedrag. Bij variant 1 is het aantal conflictpunten het hoogst en bij variant 3 het laagst.

  • De rijtaakbelasting voor bestuurders van gemotoriseerd verkeer is in alle varianten zwaarder dan de huidige situatie. Bij het nieuwe Hofplein moet men met veel zaken rekening houden. Er moet gezocht worden naar hiaten, waardoor veiligheidsrisico’s worden genomen. Ook hiervoor geldt dat bij variant 1 de rijtaakbelasting het zwaarst is en dat bij variant 3 de rijtaakbelasting het minst zwaar is. Dit komt omdat het aantal conflictpunten waarmee rekening gehouden moet worden bij variant 3 lager is dan bij variant 1. Of de rijtaakbelasting in alle varianten te zwaar wordt valt moeilijk vast te stellen, omdat dit van vele factoren afhankelijk is die in dit stadium nog niet zijn uitgewerkt.

  • Een meerstrooksplein (zoals bij variant 1 en 2) heeft te maken met kans op afdekongevallen en flankongevallen. Bij variant 1 is de kans op ongevallen groter dan bij variant 2, omdat het bij variant 1 mogelijk is om voor en op het Hofplein van rijstrook te wisselen. Bij een enkelstrooksplein (variant 3) is de kans op afdekongevallen en flankongevallen daarom aanzienlijk kleiner.

  • In alle varianten is sprake van een grote kans op kopstaartongevallen, in verband met het voorrang verlenen aan fietsers en/of voetgangers en de beperkte opstelruimte voor gemotoriseerd verkeer. Advies is om minimaal 5 meter opstelruimte te creëren tussen het plein en de fietspaden, waarbij het gemotoriseerde verkeer in een hoek van 90 graden zicht heeft op de fietsers (vanuit twee rijrichtingen).

  • Bij een slechte afwikkeling van het gemotoriseerde verkeer (als gevolg van wachtrijen voor het Hofplein of filevorming stroomafwaarts waardoor het Hofplein geblokkeerd raakt) zullen grotere veiligheidsrisico’s worden genomen om een hiaat te zoeken in het verkeer waar voorrang aan verleend moet worden. Variant 3 heeft een lager afwikkelingsniveau dan variant 1 en 2, waardoor dit risico bij variant 3 potentieel het grootst is.

Met betrekking tot de verkeersveiligheid kan de volgende conclusies worden getrokken:

  • Variant 3 lijkt het meest veilig en variant 1 lijkt het minst veilig, maar of alle varianten voldoende veilig zijn kan in dit stadium nog niet worden ingeschat. Dat is van veel factoren afhankelijk.

  • Variant 3 past het beste in de mobiliteitstransitie en de Rotterdamse Mobiliteitsaanpak, waarbij meer ruimte voor langzaam verkeer mogelijk is en het gemotoriseerde verkeer uit de binnenstad wordt verdreven.